In De Biesbosch tref je verschillende dieren aan. De meest beroemde Biesboschbewoner is toch wel de bever: de trots van De Biesbosch! Lees meer over dit grote knaagdier, maar ook over andere bosdieren als de vos, ree, boommarter, haas en Noordse woelmuis.
In 1988 zijn de eerste Nederlandse bevers – na het uitsterven van deze diersoort in 1826 – geherintroduceerd in De Biesbosch. In twee decennia hebben ze zich flink uitgebreid. Bij een grootschalige inventarisatie in 2014 (in samenwerking met de zoogdierverenging) waren er ruim 107 beverburchten aanwezig in het Nationaal park. Bevers zijn echte familiedieren en leven vaak met zo’n 4 tot 6 bevers bij elkaar. Het is goed mogelijk dat één familie bevers gebruik maakt van meerdere burchten. Het huidige aantal bevers in De Biesbosch wordt anno 2015 geschat op meer dan 250 exemplaren.
In 2013 en 2014 kregen nieuwsgierigen middels camera’s een kijkje in de beverburchten op de website volgdebever.nl. Hieronder een aantal leuke weetjes over dit grootste knaagdier van Europa en de rockster van De Biesbosch!
Bevers zien? Bekijk de vaarkaart voor de beste routes
Bevers zien? Kijk dan op de kaart voor de beste locaties.
De vos is een landroofdier en leeft onder andere in De Biesbosch. Ze worden hier voornamelijk gezien bij aas zoals ganzen en dode reeën, maar eten ook vis. De vos leeft in een burcht die bestaat uit een gegraven gangenstelsel. Met kop en romp is de vos zo’n 80 cm groot, maar met zijn lange staart komt daar nog eens 50 cm bij. Vossen worden 5 tot 7 jaar oud. Regelmatig zijn in De Biesbosch sporen van vossen te vinden, zoals uitwerpselen of pootafdrukken. Omdat ze echte nachtdieren zijn worden de dieren zelf minder vaak gespot.
De ree is een elegant hertje dat je in bijna heel Nederland tegenkomt. In de Biesbosch leven veel reeën verscholen in de vele hoge doorgeschoten grienden en wilgenvloedbossen. Tijdens periodes met hoog water zijn ze gedwongen het hogerop te zoeken. Wat je misschien niet wist: reeën zijn uitstekende zwemmers! Ze komen (mede daarom) op de vele geïsoleerde eilandjes in het gebied voor. In de winter hebben reeën een grijsbruine en in de zomer een roodbruine vacht. Wil je met eigen ogen een ree zien in De Biesbosch? Je hebt de meeste kans in de schemer. In de winter zijn er ook veldreeën die zich, meer dan bosreeën, als groepsdieren gedragen. Een sprong (groep) veldreeën verblijft regelmatig gedurende een hele winter op een akker op zoek naar resten voedsel.
Dieren spotten vanaf het water
De boommarter is een nieuwe bewoner van de Biesbosch: sinds 2013 komt hij in het gebied voor. Door onderzoek met zogenaamde cameravallen (life trapping) is vastgesteld dat deze schattige marterachtige in het gehele Nationaal Park voorkomt. De boommarter is ongeveer zo groot als een kat, maar heeft kortere poten en is minder knuffelbaar. Dit kleine roofdier eet vooral muizen, konijnen en eekhoorns, maar ook zangvogeltjes. Het gaat redelijk goed met boommarters in Nederland: de soort breidt nog steeds uit. De vestiging in De Biesbosch is opmerkelijk, maar niet geheel onverwachts. Door het ouder worden van de wilgenvloedbossen wordt het gebied steeds geschikter voor typische bosbewoners. Boommarters maken hun nest in spleten en holen in oude populieren of wilgenbomen.
De haas is van oorsprong een steppebewoner en heeft een voorkeur voor kleinschalig gras- en bouwland en open veld als akkers en weilanden. Af en toe zie je de haas ook in open bos, heide en kwelders. In De Biesbosch spot je een haas waarschijnlijk op de hooilanden in de Sliedrechtse polder en in de graslandpolder en akkers aan de randen van De Biesbosch. Zie je in het voorjaar hazen door het veld rennen? Het voorste dier is dan hoogstwaarschijnlijk het vrouwtje (een loopse moerhaas) die wordt achternagezeten door het mannetje (ram). In de paartijd (rammeltijd) vechten hazen hevig! Ze staan daarbij als boksers tegenover elkaar en kunnen rake klappen uitdelen. Dit kan een strijd zijn tussen twee rammen om een vrouwtje, maar het kan ook om een vrouwtje gaan dat het mannetje van zich afslaat. In beide gevallen kan je beter uit de buurt blijven!
De Noordse woelmuis behoort tot de familie van de woelmuizen en is een aparte ondersoort die nergens anders voorkomt. In Nationaal Park De Biesbosch wemelt het van deze zeldzame soort! Deze kleine Biesboschbewoner – 9 tot 16 cm van kop tot romp, met een staart tot bijna 8 cm – is een uitstekende zwemmer en komt mede daarom veel in het gebied voor: water genoeg! En vooral op de geïsoleerde eilandjes in De Biesbosch heeft deze muis weinig te maken met ‘concurrenten’. Noordse woelmuizen zijn goede gravers. Denk je een molshoop te zien in De Biesbosch? Misschien is het wel gegraven door deze woelmuis!